Dit weekend was er het Wereldkampioenschap duathlon korte afstand in het Canadese Cornerbrook. Voor mij was dit, na het WK lange afstand eerder dit jaar, mijn tweede grote hoofddoel van het seizoen. De laatste drie weken had ik heel goed kunnen trainen, en ik ging er dan ook van uit dat ik kon meedoen voor een top-5 plaats. Gezien we met vier Belgen voor een top-5 of zelfs podiumplaats gingen werden er zo goed als geen afspraken gemaakt en zou elk zijn eigen kans wagen. Zowel het loopparcours als het fietsparcours was vrij lastig, wat normaal in mijn voordeel is.

Het eerste lopen (10 km) ging spijtig genoeg niet zoals gewenst. De eerste drie kilometer kon ik nog vrij vlot volgen, maar dan begon het wat stroever te lopen, en na vijf kilometer moest ik lossen. Ik nam de eerste wissel met circa 1 minuut achterstand op de koplopers. Voor mij was dit een grote opdoffer, maar toch geloofde ik nog steeds in mijn kansen. Al snel was er een groepje gevormd met o.a. de Zwitsers Schelling en Senn, de Italiaan Dotti en ook Bart Aernouts. Niet zover voor ons was er een groepje met o.a. de drie Franse atleten Leduey, Valenti en Grenetier.

Ik hoopte om bij de overgang van de eerste naar de tweede ronde een sprong te kunnen maken naar dit groepje. Daarom draaide ik in ons groepje, in het vlakke deel, gewoon mee aan kop (zonder forceren, gewoon de goede wil tonen) om het tempo te onderhouden. Samen met de Zwitser Senn probeerde ik de sprong te maken, maar die had daar blijkbaar weinig zin in. Wellicht om dat de Zwitsers hun belofte, Sven Schelling, zo snel mogelijk bij de kopgroep wilden hebben, omdat daar de eerste belofte in de wedstrijd geplaatst was. Dan heb ik mij maar gewoon in de wielen van de Zwitsers gezet en die reden vrij snel het gat naar het tweede groepje (met de Fransen) dicht.

Vooraan werd er blijkbaar niet echt doorgereden, want aan de voet van de helling (op het einde van de tweede ronde) was de achterstand al gereduceerd tot 25 seconden. Van aan de voet trok de Zwitser Zenn fors door en fietste het gat naar de kopgroep in één klap dicht. Toen we de derde keer de helling moesten doen, trok de Spanjaard Garcia fors door, en ik nam over in de hoop een bres te maken. We waren toen weg met Senn, Valenti, Garcia en mezelf. Spijtig genoeg werd er achter ons gereden en konden we niet stand houden. Direct toen we ingelopen werden probeerde ik met Senn op “kousevoeten” weg te rijden, maar ook zonder succes. Ik heb zo nog een tweetal keer geprobeerd, maar uiteindelijk was er een trio weg met Griffin, Senn en Dotti. Bij ons viel het helemaal stil, en de vogels waren gaan vliegen.

Gezien ik mijn meeste krachten verspeeld had, heb ik de laatste twee rondes dan maar mijn benen stil gehouden. In het laatste lopen heb ik nog geprobeerd om snel te vertrekken, maar de benen sputterden tegen en in de bovenkamer zat het ook niet zo goed meer. Ik heb de wedstrijd dan maar anoniem uitgedaan.

Heel jammer dat ik niet de goeie loopbenen had die ik verwacht had na mijn laatste trainingen. Hopelijk de volgende keer beter.

Toch zal het even een evaluatie maken zijn voor mij, om te achterhalen wat er verkeerd gelopen is.

Groetjes,

Joerie.